Een pispot met een boodschap

Onlangs bezocht ik de tentoonstelling Point of View in het Rijksmuseum. Het gaat over opvattingen over de verbeelding van gender door de tijd heen en hoe dat continue verandert. Het tentoongestelde materiaal is afkomstig uit hun eigen collectie.

Al een tijd terug sprak ik met enkele makers van de tentoonstelling over de opzet en inhoud van het geheel vanuit mijn optiek van LHBT-geschiedenis en queer art. Dat gesprek verliep nogal stroef, door technische problemen met de verbinding. Het grootste struikelblok was echter dat we verschillende invalshoeken gebruikten. Van LHBTI-etc geschiedenis leken ze weinig kennis te hebben, en dat was kennelijk ook niet hun belangrijkste focus. Ik was dus benieuwd wat ze er uiteindelijk van gemaakt hebben. De tentoonstelling bleek thematisch ingedeeld, zo begon het met schilderijen van kinderen van wie niet op voorhand te zien is of het een jongen of een meisje betreft – vroeger liepen ook jongens-kinderen in een jurkje, en moest je het geslacht afleiden aan houding of attributen. Of bij muziek: violen werden als vrouwelijk gezien en trompetten als mannelijk (eat your heart out, Freud!). Mannen hadden zware bureaus met veel laden, vrouwen lichtere, elegante bureaus waar je ook niet veel in kon opbergen. Jullie krijgen een idee van de boodschap achter de tentoonstelling. Er was geen catalogus, dus de weinige toelichting kwam van de tekstborden.

Ik was natuurlijk het meest geïnteresseerd in wat er op LHBTI terrein te zien was. Dat was niet heel erg veel, Erin Olaf en Robert Mappelthorpe kennen we nu wel.  Jammer was dat ze een aantal duidelijke hints en verwijzingen naar LHBT, wat zich immers en zeker in het verleden, via coderingen afspeelde, eenvoudigweg gemist hadden. Leuk was op zich een wand met een hele lange strip met foto’s uit de 19e en vroege 20e eeuw van paren. Die was alleen voor mij te hoog opgehangen en bovendien scheen de verlichting (wanneer leren musea nou eindelijk eens om geld en aandacht te besteden om de objecten fatsoenlijk uit te lichten?) volstrekt verkeerd zodat niet alles goed zichtbaar was voor mij in de rolstoel. Ook ontbraken hier de bijschriften en hingen er ook heterostellen tussen de paren. Ze misten uitleg van de codering die verborgen ligt in de houding van de paren. In die tijd was het nl gebruikelijk dat twee afgebeelde personen van hetzelfde geslacht op foto’s ook dezelfde houding aannamen, allebei zittend of allebei staand. Bestond het paar uit een man en een vrouw, dan stond de man achter of naast de stoel waarin de vrouw zat. Er zijn mij nogal wat foto’s bekend waarbij bij paren van hetzelfde geslacht ook de ene zit en de andere staat. Dit detail, duidelijk te zien op een aantal foto’s, was de tentoonstellingsmakers compleet ontgaan.

Damespo Rijksmuseum Amsterdam
Bourdaloue Meissen, ca 1730. Foto Rijksmuseum

Het object waar het hier om gaat stond in een wat non-descripte vitrine.

Op het eerste gezicht ziet dit stuk porselein eruit als een sauskom. Het is in Meissen gemaakt rond 1730. Aan twee zijden staat een afbeelding die onder de zgn ‘chinoiserie’ valt. Volgens het bijschrijft betreft het hier een Bourdaloue, of wel vrouwenurinaal. Toiletten waren in de 18e eeuw dun gezaaid, en volgens het verhaal was de Bourdaloue uitgevonden om het mogelijk te maken de ellenlange preken van de priester-Jesuit Bourdaloue zonder ongelukjes door te komen. Onder de brede rokken die sommige dames droegen kon het voorwerp eenvoudig verstopt worden.

Rijksmuseum Amsterdam Jurk (mantua) met sleep.

Bij iets meer ruimte hoefde de vrouw slechts even te gaan verzitten om gebruik mogelijk te maken, zoals te zien valt op dit schilderij van Francois Boucher (1703-1770) – La Bourdaloue. De bourdaloue, al dan niet met deksel, kon dan eenvoudigweg door een bediende afgevoerd en leeggegoten worden.

François Boucher La Toilette intime 1760. Wikimedia commons.

Op internet zijn er afbeeldingen van een aantal bourdaloues te vinden, die vrijwel allen een uiterst beschaafde afbeelding met bloemmotief dragen. Ze worden sporadisch bij antiquariaten aangeboden, wel voor veel geld, want het blijft 18e eeuws hoogwaardig porselein. Ze zijn tot in de 20e eeuw vervaardigd. Zo werden Bourdaloues tot 1955 in de Maastrichtse aardewerkfabrieken gemaakt, en stonden daar in de catalogi vermeld als ‘koetspot’ omdat ze vaak in rijtuigen werden meegenomen.

18e eeuwse bourdaloues uit Meissen lieten soms pikante afbeeldingen in chinoiserie zien, die kennelijk een reeds exotisch voorwerp nog exotischer moesten maken. 

Het belang van deze bourdaloue in het Rijksmuseum voor de LHBTI-geschiedenis ligt in de afbeelding. De hierboven getoonde zijde toont een voyeuristische scene.

Rijksmuseum Amsterdam, Bourdaloue, Meissen 1735. Foto Sjaan van der Jagt

Op de andere zijde zien we links twee personen in traditionele chinese kleding demonstreren hoe de bourdaloue gebruikt moet worden. Aan de rechterkant zit een naakte vrouw op een (onzichtbaar) bankje en kijkt schalks achterover in een spiegel, waarin haar eigen glimlachende gezicht te zien is. De hand, waarmee ze de spiegel vasthoudt, maakt een ‘zwijgen’-gebaar over de mond. Aan haar voeten zit een geklede vrouw die liefdevol dijbeen en onderbeen van de naakte vrouw bepotelt.

Spiegelscenes in de kunst verwijzen vaak naar homoseksualiteit. Ze vormen een directe referentie naar narcisme, de obsessieve liefde voor het zelf die gezien werd als een van de bronnen van homoseksueel verlangen. Dát verhaal had ik nou graag in de tentoonstelling gezien.

Overigens, voor de googelaars: bourdalou is ook de naam van een klassiek Franse perentaart met amandelen……en die heet weer naar de bakker die hem ‘uitvond’.