Voor de site Brabants erfgoed schreef ik een blog over de Willibrordusputten in Brabant. Die maar weinig met Willibrordus te maken hebben. Zelfs de bekendste, die van Oss, niet. Lees het hier.
Tag Archives: Heidens
Tafelbergen
Aan de weg van Blaricum naar Naarden (de Naarderweg) bevindt zich, even ten westen van het dorp Blaricum een bord dat verwijst naar restaurant De Tafelberg. Er is zelfs een parkeerplaats aan de Blaricummerheide met als naam De Tafelberg en een informatiebord geeft aan waar in het terrein deze Tafelberg (36,80 boven NAP) is te vinden. Wat is een tafelberg eigenlijk? En zijn er meer?
Ja, er zijn er meer. Ze komen vooral in het Gooi voor. In de nabijheid van de Tafelberg vinden we nog zeker drie andere tafelbergen, en wel de de Eukenberg (op de eng van Huizen), de Sijdjesberg (bij het zwembad ten zuidwesten van Huizen). Mogelijke exemplaren zijn de Leeuwen- of Venusberg (vlakbij Oud Valkeveen halverwege Naarden-Huizen), de Trapjesberg en de Zwarte berg/Hogenberg.
Door hun opvallende vorm trokken tafelbergen reeds vroeg de aandacht zodat ze reeds in de 19e eeuw als heidense offerberg beschouwd werden. Hun datering en functie zijn echter onduidelijk. Een drietal hypotheses ten aanzien van hun functie worden regelmatig genoemd: ze kunnen een religieuze functie hebben gehad, een militaire functie en een politieke.
Vorm: Tafelbergen zijn volledig kunstmatig, of – waarschijnlijker – omgevormd vanuit een natuurlijke heuvel tot een conische heuvel met afgeplatte bovenkant. Dat verklaart ook de naam. Vaak ligt er beneden aan de voet van de berg een geëgaliseerd terrein, soms nog door een zichtbare wal omgeven.
Datering: Ze zijn in ieder geval oud. De eerste vermelding van het fenomeen tafelbergen dateert al uit kort na 900, namelijk in een 10e eeuwse goederenlijst van het klooster Werden, ende kiric land fan Almeri te Tafalbergon. Tafalbergon is – in tegenstelling tot wat vaak gesuggereerd wordt – een 3e naamval enkelvoud, een zogenaamde locatief (zie het Woordenboek der Nederlandse taal, onder Tafelberg). Er is dus sprake van een enkele Tafelberg. Welke Tafelberg bedoeld wordt, is niet duidelijk. Door verschillende auteurs is er op gewezen dat in de vroege middeleeuwen het centrale deel van het Gooi grotendeels onbebost is geweest, zodat je van velerlei plekken een vrij uitzicht had op de stuwwal en de toppen van de hoogste heuvels op de stuwwal (Koopman, 2013 hier de weblink opnemen). Dat moet voor alle genoemde Tafelbergen gegolden hebben, maar bij voorbeeld ook voor een hoog punt aan de zuidzijde van de Gooische hei, de huidige St Jansberg in Laren.
Het betreft hier een gebied (Niftarlake/Nardinclant) dat in de vroege middeleeuwen op veel plekken bewoond is geweest, en politiek een rol van betekenis speelde als thuisbasis van de machtige vroeg-middeleeuwse familie van de Wursingen (bekendste telg: Liudger) en later als onderdeel van het graafschap Hamaland. Elten. Archeologische vondsten op verschillende plekken ondersteunen het idee van een vroege bewoning in delen van Niftarlake/Nardinclant, zoals een grafveld uit de vroege middeleeuwen aan de Liebergerweg te Hilversum, en verschillende metaal en muntvondsten uit de vikingperiode bij het nabijgelegen Bikbergen. Een niet bevestigd gerucht over oude zwaardvondsten bij het Janskerkhof te Laren zou op de aanwezigheid van een grafveldje kunnen duiden. AWN Naerdincklant verrichtte in 1989 een opgraving in de stuwwal bij de Tafelberg. Daarbij kwamen scherven te voorschijn van Pingsdorf aardewerk uit de periode 1000-1200. (Cruysheer en Van der Tuuk 2015).
Geen van de tafelbergen lijkt zijn oorspronkelijke (middeleeuwse?) vorm nog te hebben. In de loop van de eeuwen is er heel wat vergraven, afgegraven, opgehoogd….
De Tafelberg
De Tafelberg heette tot de 17e eeuw Kooltjesberg, omdat er een baken op stond waarvan het vuur op kolen werd gestookt. Omstreeks 1650 werd er een grote stenen oriëntatietafel boven op geplaatst, wat de origine van de naam Tafelberg zou zijn. In 1921 werd besloten een waterreservoir bovenop de Tafelberg te plaatsen met daar bovenop een voor het publiek toegankelijke uitzichttoren. Mogelijk werd bij het vergraven van de berg voor dit reservoir de vuurstenen bijl gevonden die thans in het Goois Museum bewaard wordt. De ROB vond in 1962 op de heide rond de Tafelberg een groot aantal scherven uit de vroege bronstijd en de ijzertijd. Op de noordhelling van de Tafelberg zelf kwamen een zestal crematies uit de late IJzertijd te voorschijn. (De vondsten zijn helaas zoek op dit moment en niet uitgewerkt) (Kobalowitz 2014, 33, in dit tijdschrift te vinden). Het onderzoek leverde verder helaas geen nieuwe inzichten op over ouderdom en functie van de Tafelberg.
Kobalowitz meent op de kaart van Ketelaar uit 1769 een spiraalvormig pad rondom de Tafelberg te zien. Door alle vergravingen is dat tegenwoordig niet meer te zien. Op de pentekening die de Schoemakers voor hun Atlas van Noord-Holland in 1727 van de Tafelberg maakten is van een spiraalvormig pad in ieder geval niets te zien: de heuvel rijst als een steile bult uit het vlakke landschap op, bekroond door de uitzichttafel en bereikbaar via een pad dat zeer steil recht omhoog loopt
Op de ansichtkaart uit 1905 die Kobalowitz toevoegt, is dat spiraalvormige pad niet overtuigend zichtbaar. Dat wil niet zeggen dat het er niet geweest is, maar dan moet het na 1726 zijn aangelegd. Het aanleggen van spiraalvormige paden op kunstmatige heuvels was een verschijnsel dat we zeker uit de late 17e en 18e eeuw kennen als onderdeel van de Engelse landschapsstijl. Het is onder meer nog te zien op de Seringenberg van het Landgoed De Horsten in Wassenaar (aangelegd in 1791), en op de Keienberg bij Landgoed Beekhuizen in Velp (1682) waar het onlangs door eigenaar Natuurmonumenten voor veel geld gerestaureerd is. Tegenwoordig kent men aan dit soort spiraalvormige paden graag een spirituele betekenis toe, maar het is de vraag of het deze betekenis in de 18e eeuw ook had, en al helemaal of men daarbij een prehistorisch (Engels) voorbeeld voor ogen had.
De Sijdjesberg
De Sijdjesberg bevindt zich achter het zwembad in Huizen (dat bij de aanleg in 1953 Sijsjesberg is genoemd). Het is een duidelijke, nu nog 10-15 meter hoge heuvel, die echter erg verwaarloosd is. Over de top wordt met regelmaat met motoren gecrost.
Op topografische kaarten staat de Sijdjesberg afgebeeld als een markante hoge ronde bult in het landschap. Ook de omgeving van de Sijdjesberg is erg interessant, omdat aan de noordzijde de berg thans omgeven is door een vlak ovaalvorming terrein, op sommige plaatsen nog door een wal afgegrensd.
Het is echter de vraag of dit de oorspronkelijke vorm van de Sijdjesberg is geweest. De zandgronden bij Hilversum, Huizen en Naarden oefenden al in de 17e een grote aantrekkingskracht uit op projectontwikkelaars. Aanvankelijk werden ze afgegraven om het terrein rondom de vesting Naarden zo te verlagen dat het gemakkelijk onder water kon worden gezet als de vijand kwam, maar al spoedig bleek het zand ook uitermate handig bij de stadsuitbreidingen van Amsterdam. Het afzanden ging eeuwenlang door want er was veel geld mee te verdienen. In 1927 werd een grote kuil op de Tafelbergheide gegraven voor de aanleg van de A1.(zie voor een overzicht Sander Koopman Zandwinning in het Gooi )
Ook het gebied rondom de Sijdjesberg bleef niet ongemoeid, maar vrijwel alle plannen werden uiteindelijk niet uitgevoerd of half voltooid. In 1932 kocht de gemeente Huizen het terrein rondom de Sijdjesberg voor een bedrag van 100.000 gulden, met het doel werklozen in het kader van de werkverschaffing aldaar een meer te laten uitgraven dat 33 meter diep moest worden (De Gooische Post, 28/9/1932). Het werk werd wel aangevangen, want in december 1933 meldt De Bussumsche Courant in een beschrijving van een wandeling naar de Sijdjesberg “Zijn toch al niet erg imponerende hoogte legt het nu haast af tegen de kunstmatig opgeworpen zandbergen uit den toekomstigen vijver er omheen” (Bussumsche Courant 2/12/1933).
In 1933 werd er een smalspoortje aangelegd van de berg naar de haven van Huizen, om de ca 700.000 kuub zand af te voeren. De financiering van het project gaf, ook toen al, de nodige hoofdbrekens en verwacht werd dat de opbrengst van het zand niet tegen de aanzienlijke kosten zou opwegen. Juni 1934 wordt het werk daarom stopgezet (Bussumsche Courant, 2-6-1934) In 1937 vormt de Sijdjesberg opnieuw onderdeel van een veel groter werkverschaffingsplan waarbij het zand gebruikt zou moeten worden voor het inpolderen van kuststroken langs het IJsselmeer. Dit hele project zou 900.000 gulden moeten kosten, en ook dit bleek te duur en werd niet uitgevoerd. Dit verandert met de tweede wereldoorlog. De Nederlandsche Opbouwdienst laat dan barakken neerzetten, en op een foto uit 1940 is te zien hoe de berg met kruiwagens zand wordt opgehoogd. De Nederlandsche Opbouwdienst was door Seyss-Inquart in het leven was geroepen om de gedemobiliseerde Nederlandse beroepsmilitairen werk te verschaffen. Sindsdien heeft de Sijdjesberg zijn beetje getrapte uiterlijk, alsof er een hoedje op staat. (foto werkzaamheden NIOD beeldcollectie nr 79959). Waarschijnlijk is het vlakke terrein rondom de Sijdjesberg in deze periode ontstaan, omdat op een van de foto’s van het NIOD zichtbaar is dat de mannen het zand afvoeren over een spoortje dat op een verhoging is aangelegd bij een afgevlakt stuk.
Over de andere bergen is veel minder bekend.
De Eukenberg ligt het meest noordelijk van alle tafelbergen, vrijwel aan de huidige oever van het meer. Vanaf de berg is er een goed uitzicht over het water. Het is een markante bult. Een bord vermeldt dat de Eukenberg in de Gouden Eeuw opgeworpen werd als uitzichtpunt met theekoepel. Ook zou er een baken/vuurtoren op gestaan hebben.
De Leeuwenberg – of Venusberg in Oud-Valkeveen was in de 17e eeuw onderdeel van het park van een buitenplaats Graeffenveld. De eigenaar Andries de Graeff plaatste op de opgeworpen heuvel een 20 meter hoge gedenkzuil, die nog op vroeg 20e eeuwse ansichtkaarten te zien is, maar thans is verdwenen. Op de tekening van de Schoemakers uit 1727 is de gedenkzuil nog goed te zien, evenals op de afbeelding in de Nieuwe wandelingen door Nederland van Jacobus Craandijk en P.A. Schipperus uit 1888. De heuvel is in het huidige landschap niet makkelijk te herkennen door de dichte begroeiing. Op de foto is met een lijn het oorspronkelijk verloop van de heuvel aangegeven.
Ook van de Trapjesberg en de Woensberg wordt gezegd dat het kunstmatig opgehoogde heuvels zijn.
Er zijn drie mogelijke verklaringen voor de functie van de Tafelbergen, die elkaar door de tijd heen niet eens uit sluiten.
Cultusplek?
De oudste suggestie is dat het hier prehistorische of vroegmiddeleeuwse cultusplekken betreft. Wat daarvoor pleit is de ouderdom van enkele tafelbergen, de prehistorische vondsten die in de omgeving of op de berg zijn gedaan, en de vorm.
De kunstmatig opgeworpen afgeplatte kegelvorm kennen we uit het buitenland van bergen die om religieuze redenen zijn opgeworpen en waarop bij voorbeeld tot in recente tijd nog religieuze feesten werden gehouden, zoals Silbury Hill in het zuiden van Engeland. Silbury Hill is enkele jaren geleden opgegraven, waarbij opviel dat de heuvel weliswaar door mensen was opgeworpen uit maagdelijke witte kalksteen, maar verder geheel vondstloos en zonder andere bijzonderheden was. Wel is duidelijk dat de heuvel al aan het eind van het neolithicum werd opgeworpe
Wanneer er sprake is geweest van een cultusplek, zou de Sijdjesberg zeker een optie zijn. Wellicht is dit zelfs de eigenlijke tafelberg uit de goederenlijst van Werden geweest. In het volksgeloof speelde de Sijdjesberg een belangrijke rol. Volgens een zegsvrouw aan de verhalenbank van het Meertensinstituut heette de berg vroeger Seitjesberg, en was het centrum van de omgeving. Wanneer een vrouw een kind had gekregen legde ze het op een draagkussen en bracht het naar de Seitjesberg, waar het op de aarde gelegd werd.
Militair?
Een militaire betekenis is ook voor de tafelbergen een optie. Het is opvallend dat ze alle vier op korte afstand van elkaar gelegen zijn. Bij de Eukenberg is het zelfs heden ten dage nog duidelijk dat vanaf de top een excellent overzicht over de omgeving en het zeer nabijgelegen voormalige Almere verkregen kan worden.
Die militaire betekenis was vooral in de vroege middeleeuwen interessant. Nu weten we niet wanneer de eerste tafelbergen zijn aangelegd, maar er is een mogelijkheid dat ze een rol hebben gespeeld bij de verdediging tegen Vikingaanvallen in de 9e -10e eeuw. Of ze hadden te maken met de graven van Hamaland, die de omgeving in de 10e eeuw in bezit hadden. Deze bouwden een aantal verdedigingswerken met grote aarden wallen op diverse strategische plaatsen in hun gebied (zie: Van Doesburg, Jan, Back to the Facts. New evidence for and thoughts on early medieval earthworks in the central Netherlands. Chateau Gaillard 25, 2012, 105-118) Enkele van deze verdedigingswerken, zoals de Duno onder Doorwerth en de Heimenberg bij Rhenen liggen op heuvels langs rivieren en andere plekken van waar men een goed uitzicht over de omgeving had. De Heimenberg gaat, zoals inmiddels is gebleken, terug tot de 7e eeuw. Politieke grenzen lagen even ten oosten van het gebied van de Tafelbergen. In later tijd is dat de grens tussen Holland en het Sticht.
Daarnaast stonden er op enkele tafelbergen vuurbakens, de Tafelberg in Blaricum heette lange tijd zelfs Kooltjesberg. Zo konden ze schepen op het Almere waarschuwen voor de kust, en ze konden dienen om snel militaire signalen door te geven.
Een andere mogelijkheid is dat we hier met een uitkijkheuvel uit de middeleeuwen of later te doen hebben, maar deze heuvels heten meestal “Koerheuvel” en niet Tafelberg. Anderen zijn mogelijk pas in de 17e eeuw als uitzichtheuvel ontstaan. Ze hadden duidelijk een aantrekkingskracht voor de ontwerpers van landgoederen en parken in de 17e en 18e eeuw, die ze incorporeerden in hun ontwerp, en mogelijk verhoogden. De Tafelberg in Blaricum werd in 1917 als watertoren gebruikt.
Dingplaats?
Een derde optie werd onlangs gesuggereerd door Cruysheer en Van der Tuuk, die een vergelijking trokken tussen de Tafelbergen en de verhoogde (vroeg)middeleeuwse dingplaatsen, zoals die verder naar het oosten aangetroffen worden. (Cruysheer en van der Tuuk, 2015) Ook die hadden een cultische bijbetekenis. Het lijkt me echter onwaarschijnlijk dat alle genoemde tafelbergen zo gefunctioneerd zouden hebben, omdat men er in een gebied zo groot als Naerdinclant niet meer dan een, hooguit twee, zou verwachten.
Geen andere tafelbergen?
Er worden in de literatuur meer Tafelbergen genoemd, maar hun status is veel onduidelijker. In geen van de gevallen die in de literatuur worden genoemd lijkt sprake te zijn van een vergelijkbare Tafelberg als die in het Gooi. (Voetnoot: het betreft hier de Tafelberg onder Maarsbergen; de Kapellenberg in Rozendaal, De Pampel op de Hoge Veluwe, de Drususberg tussen Merum en Ool en de Tafelberg onder Velp. De Drususberg is mogelijk een (Romeinse) grafheuvel.
(Zie over Tafelbergen: Bakker en Ypey 1963, Fockema Andreae 1961; en ook Harten 1976, Kerkkamp 1966; Heldring & Graadt Jonckers 1841: 233; Yankel Kobalowitz, Onderzoek naar oorsprong en verleden van de Tafelberg in het Gooi. In: Archeologica Naerdinclant. 2014-2, 32-36; Koopman, S; Geologische atlas van het Gooi, AWN-Naerdincklant 2013; Anton Cruysheer en Luit van der Tuuk, Het Gooi in de vroege middeleeuwen: geschiedenis, nederzettingen en vondsten. Archeologica Naerdincklant 2015-3, 2-20)
De foto’s in dit artikel zijn van (c)Sjaan Vanderjagt/Pixelpolder